Kwartierstaat Familie Stek

Dit verhaal moet waarschijnlijk in 1887 hebben gespeeld, het verhaal gaat over Koert (Kouwert) Stek, geboren 25-12-1845, het mij is vertelt door mijn opa Stek,  het gaat over een oom van hem. Later hoorde ik precies hetzelfde verhaal van Simon Haayer. Siemon Haayer zijn overgrootmoeder was Kunna Stek, zij was getrouwd met IJsbrand Haayer.  Tonnis, Koert en Kunna waren broer en zus van elkaar. Mijn opa is Tjabering Stek, geboren 28 november 1869 te Oostwold overleden 26 november 1958, hij was getrouwd met Rikste Boneschansker, geboren 25 october 1875, eerder met Grietje Werkman.

De tijden voor de mensen waren zwaar, ook in Oost-Groningen, om wat bij te verdienen smokkelden de mensen Loop. Loop is Jenever die versneden is met water. Deze loop werd verpakt in een zwienebloase, (een gedroogde varkensblaas). Op deze manier gevulde zwienebloase hingen de smokkelaars aan hun riem. Wanneer zij betrapt werden, door de douane, moesten ze de blaas snel lek kunnen steken zo was er geen bewijs tegen hen bij de Rechter. Zo was ook deze smokkeltocht voorbereid.

Om de grens over te steken moest eerst de Westerwoldse Aa worden over gestoken. Zijn bootje lag verborgen in het riet. Kouwert had met zijn bootje bijna de overkant bereikt toen uit de rietkraag er een Duitse douanebeambte in zijn bootje sprong. Bij de daarop volgende worsteling weet de sterke Kouwert de douanebeambte te overmeesteren en drukte hem met zijn hoofd onder water, waardoor de man door verdrinking om het leven is gekomen.     Wanneer hij terug komt op de wal aan de Groninger kant en ziet hij wat er is gebeurd en weet hij dat hij moet maken dat hij weg komt.
Vanaf de grens onder Nieuweschans gaat hij richting Winschoten. Hij vlucht naar een binnenschip in de haven van Winschoten waar zijn verloofde op woont. Die nacht slaapt hij samen met zijn verloofde, met aan de andere zijde het zusje van zijn verloofde. Die nacht verwekt hij bij de beide dochters van de schipper een kind! De volgende dag gaat de vlucht van Kouwert verder, hij gaat richting Bremen. Daar heeft hij zich als Kolentrimmer aangemonsterd op een stoomschip met als bestemming de Verenigde Staten van Noord-Amerika. In Noord-Amerika heeft Kouwert een eigen zaak gesticht, waarschijnlijk was hij daar voerman, hier is hij getrouwd. Het ging Koert in Amerika voor de wind en hij nam een knecht aan. Helaas voor hem, zijn knecht en zijn vrouw raakten verliefd op elkaar. Na enige tijd besluiten die twee, met als reden jaloezie, om Kouwert uit de weg te ruimen. Met een wel gemikt schot hebben zij een einde gemaakt aan het leven van Kouwert. Zo is het verhaal dat mij twee keer is verteld.                                    Genealogiesonderzoek leverde een heel andere verhaal op dan het bovenstaande verhaal. Koert Stek, Dagloner, geboren te Oostwold op 25 december 1845, zoon van Beerend Koerts Stek en Jantje Tonnis Smid. Koert is door verhuizing ingeschreven in de bevolkingsregister van de Gemeente Winschoten op 22 april 1862, uitgeschreven door vertrek naar de Gemeente Midwolda ingeschreven daar op 9 april 1871. Hij is getrouwd te Beerta op 29 april 1877, op 31-jarige leeftijd met Martje Bronsema (30 jaar oud), geboren te Scheemda op 28 augustus 1846, dochter van Bronno Bronnis Bronsema (Dagloner) en Grietje Harms Schortinghuis. (Zij was eerder gehuwd met
Hindrik Prins.) Uit dit huwelijk: 1 Berendje Stek, geboren te Beerta op 23 juni 1884. 2 Jantje Stek, geboren te Beerta 4 januari 1878. 3 Geessien Stek, geboren te Beerta 27 januari 1880. Hij woonde later met zijn gezin in Beerta van 1880 tot 1889. Op 1 oktober 1889 wordt het gezin ambtshalve uitgeschreven. Dit betekend dat zij zijn vertrokken met onbekende bestemming. Bekend uit familieverhalen is dat hij naar de USA is vertrokken. Ondanks veelvuldige naspeuringen heb ik geen sporen kunnen ontdekken van deze tak van de familie. (De afgelopen winter zag ik op mijn website iets dat er wel op kan duiden. Hier stond: "Koert en Martje US", wat het betekend weet ik niet.

Klik hier om verder te lezen. Download